Welke geldvorderingen bij onderhuur zonder toestemming?

Het komt geregeld voor, dat de huurder zonder (schriftelijke) toestemming van de verhuurder het gehuurde onderverhuurt. De huurovereenkomst moet dan uiteraard wel een onderhuurverbod bezitten.

Naast een ontbindingsvordering van de huurovereenkomst (door een tekortkoming in de huurovereenkomst) zijn er verschillende andere (geld)vorderingen mogelijk.

Boeteclausule

In de meeste huurovereenkomsten zijn algemene bepalingen van toepassing verklaard, meestal de ROZvoorwaarden 2003. In deze bepalingen zijn boeteclausules verwerkt, die bij een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst (zoals illegale onderhuur) kunnen worden ingeroepen. De rechtspraak is verdeeld over het feit of zulke bepalingen onredelijk bezwarend zijn. De rechter kan zelfstandig de vervallen boete matigen tot nihil. Door deze mogelijkheid dient u zich niet rijk te rekenen als u een boeteclausule inroept. Wel is het verstandig om altijd een beroep op de boeteclausule te doen en deze aan de rechter voor te leggen. Niet geschoten is altijd mis.

Winstafdracht

Wettelijk kan aan de rechter worden gevraagd om winstafdracht indien iemand op grond van onrechtmatige daad of een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis jegens een ander aansprakelijk is, door die daad of tekortkoming winst heeft genoten. Hier heeft de rechter discretionaire bevoegdheid (vrije hand) om te beslissen of dit een passende vaststelling van schade is als de omvang van de schade niet concreet vast te stellen is.

U kunt een winstafdracht verplichting in uw huurovereenkomst op laten nemen, zodat de rechter minder kans heeft om discretionair op uw verzoek tot winstafdracht te beslissen. De winstafdracht is natuurlijk gebaseerd op de inkomsten die de huurder ontvangt vanuit zijn onderverhuur activiteit.